Crisismanagement
- Jurriaan & Ruud
- 7 feb
- 3 minuten om te lezen

Vandaag kregen we een telefoontje van een klant met de vraag of we een training crisismanagement voor ze kunnen verzorgen. Dat doen we natuurlijk met veel plezier. Wat we gaan doen hangt af van de vraag die aan ons gesteld wordt en de verwachtingen die de medewerkers uit die organisatie hebben. We noemen dat wel ‘De vraag achter de vraag’. In dit geval vroegen ze om ondersteuning hoe ze zichzelf georganiseerd krijgen tijdens een incident/crisis met de mensen die ze hebben. Daar willen ze graag met elkaar in oefenen en elkaar direct op een open en eerlijke manier aanspreken op dat wat er gebeurt. Voor ons een prima vraag. Het ontwikkelen van een passende werkwijze met de aanwezige middelen, materialen en (on)mogelijkheden.
Je hoort vaak: crisissen gebeuren als je het niet verwacht. Maar wat gebeurt er als er een sneeuwbui is? Dan ontstaan er files, vallen treinen uit, zijn mensen te laat op afspraken en loopt het vast in ons landje. En dat terwijl we al wisten dat er sneeuw zou vallen.
Crisissen die je niet kan voorspellen, maar wel weet dat ze gaan gebeuren, zijn explosies, branden, gasontsnappingen, diefstal, terroristische aanslagen, ontvoeringen, gijzelingen, ICT-hacks, vastlopende toestellen in pretparken, instortende steigers, verkeersongevallen, seksuele intimidatie, discriminatie, stakingen, voedselvergiftiging, etc. Er kan heel veel gebeuren wat de dagelijkse gang van zaken of in het ergste geval het voortbestaan van een organisatie in gevaar kan brengen. Het is goed om je dat te realiseren en daar zo goed mogelijk op voor te bereiden.
Wat is dan ‘zo goed mogelijk’?
Je kunt jezelf voorbereiden en een crisiscentrum inrichten waar je hoopt de gehele situatie onder controle te gaan houden en waar je over alle digitale middelen beschikt. Om vervolgens crisismethodieken te gaan gebruiken zoals FABCM, (Feiten, Analyse, Besluitvorming, Communicatie en Monitoring), SARA, (Scan, Analyze, Respond en Asses), de gewone BOB, (Beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming) of ‘De dikke BOB’ van Ed Oomes (rizoomes.nl).
We zien vaak veel goede wil en de wens het ‘goed’ te doen en tegelijk het ontbreken van tijd en gelegenheid om de mensen die ermee moeten werken, voldoende te trainen en zich te laten ontwikkelen. Het is de vraag tot welk niveau je het vakmanschap van de betrokken medewerkers wilt ontwikkelen. Vandaar dat wij altijd teruggaan naar de vraag ‘Hoe wil je als organisatie reageren als er een incident/crisis is?’ En misschien de belangrijkste vraag: wat is realistisch?

Het reageren op een crisis is, gelukkig, voor veel organisaties iets wat alleen op papier bestaat. En tegelijk is het een relevante vraag hoe je je op een verantwoorde manier moet voorbereiden. Wat is een passende manier die ook in de context te realiseren is? Die vraag daar gaan we in een voorbespreking en een volgende praktische training gezamenlijk een antwoord op zoeken en een invulling voor ontwikkelen.
Wij streven altijd naar het intern ontwikkelen van vakmanschap in de organisaties waar we voor- en mee mogen werken. Zodat organisaties zelfstandig kunnen beoordelen welke ondersteuning zij op welk moment nodig hebben.
Terug naar het telefoontje van vanmorgen. Wat wil de klant bereiken en hoe zien ze de ondersteuning die wij gaan bieden? Is het doel om een geschikte en realistische trainings- en oefenmethode te creëren om zo effectief mogelijk voorbereid te zijn op een incident of crisis, of heeft de organisatie een ander doel voor ogen? Organisaties die een BRZO-aanschrijving hebben zullen deze vraag op een hele andere manier beantwoorden dan organisaties die dat niet hebben. Dat geldt zeker ook voor organisaties die net een ernstige crisis achter de rug hebben. Wij helpen jullie graag om de aanpak passend en realistisch te maken.
Comments